Pootaardappelen bemesten
Na het planten is het belangrijk om jouw pootgoed optimaal te verzorgen. Zo moet je bij het bemesten van aardappelen ervoor zorgen dat de grond rijk is aan kalium en magnesium. De kalium in de bodem zorgt voor een betere vruchtvorming (grotere aardappelen) en het magnesium zorgt voor een mooier en sterker loof. Daarnaast heeft het pootgoed ook een lage ph waarde nodig. Een waarde van 5 tot 6 ph is al voldoende. Ten slotte is de aanwezigheid van stikstof ook belangrijk. Ontdek hieronder al onze tips voor een optimale bemesting!
Kalium voor grotere aardappelen
Aardappelen zijn een kalibehoeftig gewas. Kalium (Chemisch symbool = K) is heel belangrijk voor de waterhuishouding (glazigheid) en de bewaarbaarheid van de knol, in dit geval de aardappel. Kalium zorgt ook voor de aanmaak van zetmeel en suikers bij aardappelen wat voor een mooie bakkleur zorgt!
Kalium heeft een positieve invloed op de opbrengst (zowel totale opbrengst als aandeel grove knollen). Ook vermindert deze de neiging tot verkleuring van de knol zoals blauwgevoeligheid en donkerverkleuring bij het koken. Kalium verbetert een optimale rijping waardoor de kans op beschadiging tijdens het rooien en de bewaarbaarheid verbetert.
Teelt tip: Een extra hoeveelheid aan kalium in juni tot juli geeft aanleiding tot een nog lagere blauwgevoeligheid!
Kaliumgebrek bij aardappelen herkennen
Kaliumgebrek is te herkennen aan een gebrekkige groei van de aardappelplant. De bladrand wordt dan lichtgroen tot geel en er ontstaan bruine vlekken op het oudste blad. De aardappelplant kan vroegtijdig afsterven en dat resulteert in oogstderving. Ook oogst je meer kleinere knollen bij een kaliumgebrek.
Magnesium voor aardappelen
Het toedienen van magnesium (Chemisch symbool = Mg), bv. in de vorm van kieseriet, wordt vooral aangeraden wanneer je aardappelen teelt op een lichte grond (zandgrond). Magnesium is belangrijk voor het bladgroen en een vitaal en sterk loof. Een tekort geeft gelig loof, en de bladeren kunnen afsterven en oogstderving veroorzaken. Dit wil je natuurlijk mijden!
Stikstof voor aardappelen, nodig maar delicaat!
Er dient voldoende stikstof (Chemisch symbool = N) toegediend te worden om tot een goede opbrengst te komen, teveel ervan resulteert echter in een verlate knolaanleg en tragere afrijping van het gewas. Ook kan teveel stikstof bij aardappelen een onregelmatige knolvorm en groeischeuren erger maken. Een weelderig gewas door een hoge N-gift verhoogt ook het risico op plaagaantasting. Stikstof speelt eveneens een belangrijke rol in de knolkwaliteit. Globaal kan gesteld worden dat een hoge stikstof-bemesting de kwaliteit negatief beïnvloedt: een lager onderwatergewicht, meer kans op doorwas, een slechtere bakkleur, minder bloemige aardappelen en een minder goede smaak. Zoals je merkt kan het teveel voorzien van stikstof zware gevolgen hebben voor je aardappelteelt. Wees hier dus uiterst voorzichtig mee en raadpleeg steeds een expert of de gebruiksaanwijzing van de meststof!
